luidt uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luidt uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • luidt uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitluiden

luidt (...) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden
    • Jij luidt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden
    • Hij luidt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitluiden
    • Luidt uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord luidt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.