luset
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- lu·set
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Noorse werkwoord luse met het achtervoegsel -t.
Naar frequentie | > 50000 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | luset | mer luset | mest luset |
o enkelvoud | luset | |||
meervoud | lusete | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
lusete | mer luset | mest luset |
Bijvoeglijk naamwoord
luset
- (veel) luizen hebbend
- « Jeg har sett alle laksene i fossen og de har vært lusete.»
- Ik heb alle zalmen in de waterval gezien en ze hadden veel luizen.
- « Jeg har sett alle laksene i fossen og de har vært lusete.»
- gierig
- knuddig, miserabel
Schrijfwijzen
Nynorsk
Bijvoeglijk naamwoord
luset
- verouderde spelling of vorm van lusete tot 2012
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.