lussen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lussen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lus·sen

Zelfstandig naamwoord

delussenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lus
     Toen was het mijn beurt en ik bond een steen aan een lang stuk touw, hield de grote lussen in mijn linkerhand, gaf een harde slinger en liet los.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord lussen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.