mörker

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  mörker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mör·ker
Naar frequentie 4280
mörkers enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     mörker     mörkret     -     -  
  genitief     mörkers     mörkrets     -     -  

Zelfstandig naamwoord

mörker, o

  1. donker, donkerheid, duister, duisterheid, duisternis
    «Orsaken till detta mörker var ett kabelfel.»
    De oorzaak van deze duisternis was een kabelfout.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • halvmörker
  • kolmörker
  • landsmörker
  • mörkertal
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.