maëstro

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maëstro    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɑjstro/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • maës·tro, ma·es·tro

Zelfstandig naamwoord

maëstro

  1. verouderde spelling of vorm van maestro tot 1996
    • Hij was lang niet meer zo leuk als vroeger, vond ze, hij had zich het air van een oude maëstro aangemeten. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.