macrobiotisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  macrobiotisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·cro·bio·tisch
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘m.b.t. de kunst om het leven te verlengen’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van biotisch met het voorvoegsel macro- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen macrobiotischmacrobiotischer
verbogen macrobiotischemacrobiotischere
partitief macrobiotischmacrobiotischers-

Bijvoeglijk naamwoord

macrobiotisch

  1. met betrekking tot de macrobiotiek

Gangbaarheid

  • Het woord macrobiotisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.