mallen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mallen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mal·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mallen
malde
gemald
zwak -d volledig

Werkwoord

mallen [2] [3]

  1. stoeien, gekheid maken
Hyponiemen
  • vermallen

Zelfstandig naamwoord

demallenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mal

Gangbaarheid

  • Het woord mallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
mallar

mallen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.