manicuurde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: manicuurde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·ni·cuur·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
manicuren |
manicuurde
- enkelvoud verleden tijd van manicuren
- Ik manicuurde.
- Jij manicuurde.
- Hij, zij, het manicuurde.
- Ik manicuurde.
Gangbaarheid
- Het woord manicuurde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.