manicuurde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  manicuurde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·ni·cuur·de

Werkwoord

vervoeging van
manicuren

manicuurde

  1. enkelvoud verleden tijd van manicuren
    • Ik manicuurde. 
    • Jij manicuurde. 
    • Hij, zij, het manicuurde. 

Gangbaarheid

  • Het woord manicuurde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.