manicuurt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  manicuurt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·ni·cuurt

Werkwoord

vervoeging van
manicuren

manicuurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van manicuren
    • Jij manicuurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van manicuren
    • Hij manicuurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van manicuren
    • Manicuurt! 

Gangbaarheid

  • Het woord manicuurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.