mankeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mankeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- man·keer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mankeren |
mankeerde
- enkelvoud verleden tijd van mankeren
- Ik mankeerde.
- Jij mankeerde.
- Hij, zij, het mankeerde.
- Ik mankeerde.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mankeren |
mankeerde
Gangbaarheid
- Het woord mankeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Moordenaar des konings, door Robin Hobb ISBN 978-90-225-5340-4
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.