mankte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mankte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɑŋktə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mank·te
Woordherkomst en -opbouw
  •  mank ww  met de uitgang -te

Werkwoord

vervoeging van
manken

mankte

  1. enkelvoud verleden tijd van manken
    • Ik mankte. 
    • Jij mankte. 
    • Hij, zij, het mankte. 

Gangbaarheid

  • Het woord mankte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.