manoeuvreerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: manoeuvreerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·noeu·vreer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
manoeuvreren |
manoeuvreerde
- enkelvoud verleden tijd van manoeuvreren
- Ik manoeuvreerde.
- Jij manoeuvreerde.
- Hij, zij, het manoeuvreerde.
- Ik manoeuvreerde.
Gangbaarheid
- Het woord manoeuvreerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.