marcar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • mar·car
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
marcar
marcaba
marcado
volledig

Werkwoord

marcar

  1. overgankelijk merken, markeren, aankruisen, van een merk voorzien
  2. aanwijzen, aanduiden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.