marchamos

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
marchar

marchamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchar
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van marchar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.