marden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑrdə(n) / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- mar·den
Woordherkomst en -opbouw
- marde ww met de uitgang -en
Werkwoord
vervoeging van |
---|
marren |
marden
- meervoud verleden tijd van marren
- Wij marden.
- Jullie marden.
- Zij marden.
- Wij marden.
Gangbaarheid
- Het woord marden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.