marde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑrdə / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- mar·de
Woordherkomst en -opbouw
- mar ww met de uitgang -de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
marren |
marde
- enkelvoud verleden tijd van marren
- Ik marde.
- Jij marde.
- Hij, zij, het marde.
- Ik marde.
Gangbaarheid
- Het woord marde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: \maʁd\
Woordherkomst en -opbouw
- Frans-Canadese variant van merde.
Zelfstandig naamwoord
marde v
- schijt, poep
- (spreektaal) (figuurlijk) dat wat waardeloos is, troep
- (spreektaal) (figuurlijk) een waardeloos persoon
- (informeel) (figuurlijk) drugs, shit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.