marva's

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marva's    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈmɑrvas / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mar·va's
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de marva's mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord marva
    ▸ De 48 hoogbejaarde bewoners van Bronbeek beloven alle bejaarde marva's, milva's en luva's van 65 en ouder een welkom met open armen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'marva's' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron „Sekse maakt niet uit, militairen spreken dezelfde taal” Bronbeek wacht op vrouwelijke militair in: De Telegraaf , jrg. 97 nr. 31668 (8 november 1989), Dagblad De Telegraaf, Amsterdam, p. 19 kol. 8
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.