maskeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maskeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mas·keert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
maskeren |
maskeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maskeren
- Jij maskeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maskeren
- Hij maskeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van maskeren
- Maskeert!
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord maskeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.