meedeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meedeel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmedel/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈmedeɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmedel/
Woordafbreking
  • mee·deel

Werkwoord

vervoeging van
meedelen

meedeel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meedelen
    • ... dat ik meedeel. 

Gangbaarheid

  • Het woord meedeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.