meedelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meedelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmedelə(n)/
Woordafbreking
  • mee·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meedelen
deelde mee
meegedeeld
zwak -d volledig

Werkwoord

meedelen

  1. ditransitief een feit vertellen
    • Wat ik jullie nog zou meedelen is dat wij morgen niet hoeven te vergaderen. 
    • Wij kregen meegedeeld dat de vergadering niet door ging. 
Schrijfwijzen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meedelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.