meedroeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meedroeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mee·droeg

Werkwoord

vervoeging van
meedragen

meedroeg

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meedragen
    • ... dat ik meedroeg. 
    • ... dat jij meedroeg. 
    • ... dat hij, zij, het meedroeg. 
     Pogue stelde me voor aan zijn vriend ‘Barbie’, een excentrieke man die de lievelingsbarbie van zijn dochter met zich meedroeg en haar op allerlei rare plekken fotografeerde.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord meedroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.