meermalig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meermalig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • meer·ma·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van meer en maal met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen meermalig
verbogen meermalige
partitief meermaligs

Bijvoeglijk naamwoord

meermalig

  1. verscheidene malen te gebruiken, plaatshebbend etc.
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord meermalig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.