meewilt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meewilt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mee·wilt

Werkwoord

vervoeging van
meewillen

meewilt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meewillen
    • ... dat jij meewilt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meewillen
    • ... dat hij meewilt. 

Gangbaarheid

  • Het woord meewilt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.