meewillen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meewillen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mee·wil·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meewillen
wilde mee
wou mee
meegewild
zwak -d

onregelmatig

volledig

Werkwoord

meewillen [1]

  1. mee willen gaan

Gangbaarheid

  • Het woord meewillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.