mehrfach
Duits
Uitspraak
- IPA: /'meːɐ̯fax/
Bijvoeglijk naamwoord
mehrfach
- meervoudig
- Ich habe mir den Arm beim Unfall mehrfach gebrochen.
- (Ik heb bij het ongeluk mijn arm meervoudig gebroken.)
- veelvuldig
- op verschillende manieren
Synoniemen
- vielfach, mehrmals, verschiedenartig
Antoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.