menigvuldig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  menigvuldig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • me·nig·vul·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen menigvuldigmenigvuldigermenigvuldigst
verbogen menigvuldigemenigvuldigeremenigvuldigste
partitief menigvuldigsmenigvuldigers-

Bijvoeglijk naamwoord

menigvuldig [2]

  1. (formeel) talrijk, frequent
  2. veelsoortig, velerlei, verschillend
Afgeleide begrippen
  • menigvuldigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord menigvuldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.