mennen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mennen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • men·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dieren d.m.v. een leidsel besturen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • van Middelnederlands mennen, van Oudhoogduits mennen[2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mennen
mende
gemend
zwak -d volledig

Werkwoord

mennen

  1. overgankelijk door middel van een teugel besturen
    • Het paard werd gemend. 

Gangbaarheid

  • Het woord mennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.