meubileer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meubileer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- meu·bi·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meubileren |
meubileer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meubileren
- Ik meubileer.
- gebiedende wijs van meubileren
- Meubileer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meubileren
- Meubileer je?
Gangbaarheid
- Het woord meubileer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.