mieter weg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mieter weg    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmitərˈwɛx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mie·ter weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegmieteren

mieter weg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegmieteren
    • Ik mieter weg. 
  2. gebiedende wijs van wegmieteren
    • Mieter weg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegmieteren
    • Mieter je weg? 
    • Het blikje dat ik bij de ravitaillering krijg, mieter ik meteen weg", zegt Hermans. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'mieter weg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.