mijteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mijteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mij·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van mijter met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mijteren
mijterde
gemijterd
zwak -d volledig

Werkwoord

mijteren

  1. overgankelijk tot bisschop of een andere hoogwaardigheid verheffen [1]
  2. door de mijt aangetast zijn, rotten [2]
  3. door verdriet en ontevredenheid verteerd worden [3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord mijteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.