missiebusjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  missiebusjes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɪsiˌbʏʃəs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mis·sie·bus·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

demissiebusjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord missiebus
     Wij zijn een volk van strandjutters en gauwdieven, van jongsaf opgeleid met rijwielplaatjes en missiebusjes als leermiddelen...[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'missiebusjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    A. Roothaert
    “De vlam in de pan.” (1943), A.W. Bruna & Zoon, Utrecht, p. 84
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.