moffel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moffel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mof·fel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits of Frans, in de betekenis van ‘oven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1789 [1]

Werkwoord

vervoeging van
moffelen

moffel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moffelen
    • Ik moffel. 
  2. gebiedende wijs van moffelen
    • Moffel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moffelen
    • Moffel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord moffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.