mondain

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mondain    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mon·dain
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werelds’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen mondainmondainermondainst
verbogen mondainemondaineremondainste
partitief mondainsmondainers-

Bijvoeglijk naamwoord

mondain

  1. (maatschappij) sterk toonaangevend ("voor de rest van de hele wereld") daar waar het gaat om luxe, mode, algehele sfeer e.d.
    • De mondaine vrouw was niet snel tevreden, ondanks alle cadeaus die haar man voor haar kocht. 
    • In Monaco is er een heel mondaine sfeer. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord mondain staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Frans

  enkelvoud meervoud
  mannelijk   mondain mondains
  vrouwelijk   mondaine mondaines

Bijvoeglijk naamwoord

mondain

  1. mondain, werelds
    «Un homme mondain
    Een werelds mens.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.