monopoliën

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  monopoliën    (hulp, bestand)
  • IPA: /monoˈpolijə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mo·no·po·li·en
Woordherkomst en -opbouw
  • ww: vernederlandsing van  monopolyen ww , op te vatten als afgeleid van  monopolie zn  met het achtervoegsel -en
  • zn:  monopolie zn  met de uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
monopoliën
monopoliede
gemonopolied
zwak -d volledig

Werkwoord

monopoliën

  1. inergatief het bordspel Monopoly spelen
     Als kind beschermde ik me en mijn familie tegen niet-tegen-mijn-verlies-kunnen door te gaan zitten lezen als de rest aan het monopoliën sloeg.[1]
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

demonopoliënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord monopolie (verouderd)
     In Nederlands Oost-Indië bestond de 'opium- en zoutregie'. Om met de meest bekende poot van dit 'beheer van zekere monopoliën of staatsinkomen' (Koenen, Endepols, Bezoen 1951) te beginnen, het zout.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord monopoliën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Lisette Sevens
    “Back Gammon” (6 februari 1989) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Hans Moll
    “Opium” (22 november 1984) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.