multiplicatortje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  multiplicatortje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mul·ti·pli·ca·tor·tje

Zelfstandig naamwoord

hetmultiplicatortjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord multiplicator
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.