multiplicator
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: multiplicator (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mul·ti·pli·ca·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van multipliceren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | multiplicator | multiplicatoren multiplicators |
verkleinwoord | multiplicatortje | multiplicatortjes |
Zelfstandig naamwoord
de multiplicator m
- (wiskunde) (natuurkunde) instrument dat multipliceert
- getal waarmee men vermenigvuldigt
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord multiplicator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.