mutsje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mutsje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • muts·je
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘oude vochtmaat’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • [2] [3]

Zelfstandig naamwoord

hetmutsjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord muts
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord mutsje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.