narancs

Hongaars

Uitspraak
  • IPA: /ˈnɒrɒntʃ/
Woordafbreking
  • na‧rancs

Zelfstandig naamwoord

narancs

  1. (kleur) oranje
  2. (fruit) sinaasappel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.