navolgend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  navolgend    (hulp, bestand)
  • IPA: /naˈvɔlɣənt/
Woordafbreking
  • na·vol·gend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: navolgen
verbogen vorm: navolgende

navolgend

  1. onvoltooid deelwoord van navolgen
stellend
onverbogen navolgend
verbogen navolgende
partitief navolgends

Bijvoeglijk naamwoord

navolgend

  1. hierna beschreven

Gangbaarheid

  • Het woord navolgend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.