neigen

Niet te verwarren met: nijgen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neigen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nei·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘buigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
neigen
neigde
geneigd
zwak -d volledig

Werkwoord

neigen

  1. ergatief een tendens vertonen
    • Hij was geneigd daar problemen over te maken. 
     Dit alles zou ik geneigd zijn positief te beoordelen. Daar staat echter tegenover dat deze vaas met plastic bloemen reden geeft tot zorgen met betrekking tot de affiniteit die de nieuwe eigenaar heeft met onze tradities. Maar ik wil u niet met mijn bekommeringen vervelen. We zijn er. Dit is kamer 17, de suite die ik voor u op orde heb laten brengen.[2]
     In mijn enthousiasme is het soms moeilijk mijn verhalen te volgen, omdat ik geneigd ben van de hak op de tak te springen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord neigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.