nema

Faeröers

Werkwoord

nema

  1. nemen
  2. leren


IJslands

Uitspraak
  • IPA: /ˈnɛːma/
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
nemanamnámumnumið
volledig

Werkwoord

nema

  1. opmerken
  2. studeren

Voegwoord

nema

  1. tenzij
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.