netwerkte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netwerkte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • net·werk·te

Werkwoord

vervoeging van
netwerken

netwerkte

  1. enkelvoud verleden tijd van netwerken
    • Ik netwerkte. 
    • Jij netwerkte. 
    • Hij, zij, het netwerkte. 

Gangbaarheid

  • Het woord netwerkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.