netwerken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netwerken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnɛtwɛrkə(n)/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈnɛt.ʋɛr.kə(n)/
    • (Limburg): /ˈnɛt.wɛr.kə(n)/
Woordafbreking
  • net·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
netwerken
netwerkte
genetwerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

netwerken

  1. het systematisch verzamelen en bewerken van contacten die van belang kunnen zijn bij het realiseren van voorafgestelde doelen
Antoniemen

Zelfstandig naamwoord

denetwerkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord netwerk

Gangbaarheid

  • Het woord netwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.