nobel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nobel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·bel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nobelnobelernobelst
verbogen nobelenobelerenobelste
partitief nobelsnobelers-
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘edel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘munt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1406 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

nobel

  1. eerbiedwaardig.
    • Hij heeft een nobele daad verricht. 
     Hebt u het portret gezien boven de haard? U herkent zonder twijfel de markante en nobele trekken van Niccoló Paganini. Ik zal de eerste zijn om uw gelijk te beamen wanneer u zegt dat het in schilderkundig opzicht geen meesterwerk betreft. Het is gemaakt door een brave, mindere meester, die er zelfs in zijn tijd niet om bekendstond dat hij zijn tijd vooruit was.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nobel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Pools

Uitspraak
  • Geluid:  nobel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnɔbɛl/

Zelfstandig naamwoord

nobel m

  1. nobelium
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.