noppeshoeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noppeshoeren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnɔpəsˌhurə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • nop·pes·hoe·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

denoppeshoerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord noppeshoer
     Publieke vrouwen die wel met hun klanten vrijen zijn loeren, noppeshoeren.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'noppeshoeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Antje Schilder
    'Mannen zijn onbeholpen sukkels!' De Koningin van Katendrecht kijkt terug op haar loopbaan, jrg. 71 nr. 10 in: Limburgsch Dagblad (12 januari 1989), p. 4 kol. 4
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.