notarieel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notarieel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·ta·ri·eel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen notarieelnotariëlernotarieelst
verbogen notariëlenotariëlerenotarieelste
partitief notarieelsnotariëlers-

Bijvoeglijk naamwoord

notarieel [2]

  1. betrekking hebbend op een notaris
Synoniemen
  • notariaal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord notarieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.