notelaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notelaren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·te·la·ren

Zelfstandig naamwoord

denotelarenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord notelaar
stellend
onverbogen notelaren
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

notelaren

  1. gemaakt van het hout van een notenboom

Gangbaarheid

  • Het woord notelaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
19 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.