notificeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notificeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·ti·fi·ceer

Werkwoord

vervoeging van
notificeren

notificeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van notificeren
    • Ik notificeer. 
  2. gebiedende wijs van notificeren
    • Notificeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van notificeren
    • Notificeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord notificeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.