notuleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notuleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·tu·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
notuleren

notuleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van notuleren
    • Ik notuleerde. 
    • Jij notuleerde. 
    • Hij, zij, het notuleerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord notuleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.