notuleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notuleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·tu·leert

Werkwoord

vervoeging van
notuleren

notuleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van notuleren
    • Jij notuleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van notuleren
    • Hij notuleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van notuleren
    • Notuleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord notuleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.